aunties back in the sixties - family verdenius

Op deze foto zie je twee van mijn tantes, Evelyne en Leonoor, gefotografeerd door mijn grootmoeder Claar Verdenius, één van de creatiefste mensen die ik ooit heb gekend! Voor mij is mijn grootmoeder een grote inspirator, regelmatig komen allerlei leuke en gekke ideeën van haar weer in mijn gedachten. Ik zou ontzettend graag met haar nog eens willen kletsen over alles wat zij heeft beleefd zoals haar tijd in Montmartre, Parijs. Wat een avontuur! Helaas is zij al bijna 14 jaar geleden in De Bilt overleden. Op mijn blog zal ik veel aandacht aan haar en veel andere creatieve 'Verdeniussen' geven, omdat er bijzonder talent in de familie zit! Stay tuned ; ) Zie onder de foto wat er bij het Nederlands Fotoarchief online over haar geschreven staat.

Claar Pronk was given her first camera, a Kodak box, at the age of fourteen. Her father was Town Clerk in De Bilt near Utrecht, and a policeman friend allowed her to take pictures of people under arrest. She developed her photographs in her own darkroom at home. In 1935, after she had left school, a careers advice test came up with four options: social worker, librarian, analyst or photographer. Pronk duly left for Paris, where she trained at the Publiphot international photography school directed by Mme Gertrude Fuld, who had done theatre photography in Munich. Pronk learned colour photography from Paul Kowaliski. From September 1935 to Christmas 1936 she lived in Montmartre. In 1937 she went into business as a photographer in Utrecht and subsequently set up a colour studio for Elsevier. Pronk was one of the few Dutch photographers who worked in colour. She obtained her first major assignment, for the 1937 World Exhibition at Paris, through architect S. van Ravesteyn, who was involved in the Exhibition.

Until 1943 she worked on assignment for the Bosschaert advertising agency in Amsterdam, the Centraal Museum in Utrecht and Elseviers printers. Her photographs were published in calendars and books and exhibited at the Utrecht artists' society Kunstliefde and at various mixed shows. In 1943 she married the dentist H.H.W. Verdenius and moved with him to Olst. She closed her Utrecht studio and more or less gave up photography. Her husband died suddenly in 1961, by which time she had six children; the youngest daughter was seven, the oldest fifteen. In 1964 Claar Pronk resumed her career under the name Claar Verdenius. Her first photographs were chiefly of children. Later, she received commissions from the sculptors Wout Maters and Hak Hekman, the Wouda architects office and in 1975-1976 the Academie voor Expressie door middel van Woord en Gebaar (Academy of verbal and gestural expression). Other commissions came through the architects van Ravesteyn and Rietveld, and she also did fashion photography for the women's magazine Libelle.

Before the war Claar Pronk had been a member of the Vereniging voor Ambachts- en Nijverheids Kunst (Arts and crafts society). After the war she remained briefly in contact with prominent GKf members, but never joined. She tended to undercut the prices of her colleagues, who were understandably not very pleased. In 1950 she collaborated with writer Jaap Romijn on Het Hart van Nederland, a book about the city and province of Utrecht; in 1958 she published Kinderen kennen geen grenzen (Children are unaware of frontiers). In 1972 she discovered the School of Philosophy and began to frequent Amsterdam, where she photographed the new Werktheater and actress Loes Luca. She stopped taking photographs in 1980.




1 comment:

  1. Wat een mooie foto van Claar. Zo herinner ik mij haar ook. Ze zag er ALTIJD zo uit. Haar blonde haar wijd uit naar achteren, ondeugend kijkende ogen en naar voren in de lens kijkend.
    Dan zag niemand dat ze een flinke neus had!
    Heb ook het stukje gelezen over het foto-archief.
    De namen die daar in staan zijn allemaal van leden van het toenmalige "Engelenzang" , een soort kunstenaars-societeit die bijeenkwam in een werfkelder aan de Nieuwegracht in Utrecht. Mijn ouders waren ook lid van die societeit. Mijn vader was, net als je opa, tandarts. In Utrecht. En veel van zijn patienten waren Utrechtse kunstenaars. Die hadden vrijwel allemaal het zelfde probleem. Ze wilden dolgraag hun gebit laten bijhouden maar hadden geen geld om dat te betalen. Daar vond mijn vader een oplossing voor: ze betaalden hem met kunst! Renée en ik hebben nog verschillene werken van Utrechtse kunstenaars in ons bezit waarmee heel lang geleden behandelingen werden "betaald" ... Er staat trouwens Hak Hekman maar dat is fout. Hij heet (leeft nog) Joop Hekman en wordt door zijn vrienden "Han" genoemd. Of Wout Maters nog leeft is mij niet bekend. Ze behoorden beiden tot de vrienden- en patientenkring. Blijf vooral van die mooei foto's publiceren. Oma verdient het!!
    Groet,
    Rob

    ReplyDelete

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...